Vrijzinnig geloven is een vragende manier van geloven
Columns
De tussenruimte
De zomerwei des morgens vroeg.
En op een zuchtje dat hem droeg
Vliegt een geel vlindertje voorbij.
Heer, had het hierbij maar gelaten.
Vasalis (1909-1998)
Als het daarbij was gebleven, wat hadden we hier dan nog te doen?
De bioloog Willem Beekman onderzocht de cocon van een rups.
Wat bleek? Slechts een ondoorzichtige brei was zichtbaar.
Een ondefinieerbare tussenruimte op weg naar schoonheid.
De hedendaagse Duitse filosoof Hartmut Rosa beschrijft de kans voor wezenlijke interactie ook als een soort tussenruimte. Een gebied waar het resoneert tussen mensen. Van waaruit verbondenheid kan ontstaan.
Om te kunnen reflecteren op wat je over en weer ervaart. Zodat je samen verder kunt denken.
Deze dagen op ons geliefde eiland lagen eindeloze zwaardschedes op het strand.
Over hen lees ik dat hun grootste hoogte vrijwel in het midden ligt. Dat ze in hoge dichtheden bij elkaar leven, daarbij niet voor hun leven aan een plaats gebonden. Ze kunnen zichzelf uitgraven om een nieuwe stek te zoeken. Altijd nog in leven als ze aan elkaar vast zitten.
Ik zie dat op het hoogste punt van elk deel een tussenruimte is. Van daaruit zijn ze weer verbonden en lopen de groeilijnen in elkaar over. Uiteindelijk dienen ze als voedsel voor de zee- en kustdieren.
Hoe mooi kan het zijn: groeien aan elkaar. De tussenruimte daar waar ieder het meest groot(s) is om in vloeiend overlopende lijnen weer samen te komen. En dat bij grote groepen. Ook invasieve exoten.
Onze tussenruimte in ontmoetingen met de bijbehorende kansen van resonantie valt niet te plannen. Het ontstaat daar waar we elkaar uitnodigen op de zomerwei.
Meer dan ons uiterste best hoeven we er niet voor te doen.
Zoals Samuel Beckett zegt: “Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better.”
Zodat elke keer na ons zuchtje de vlinder kan vliegen.
Wilna Zonneveld