Vrijzinnig geloven is een vragende manier van geloven
Columns
Tot waar ook ter wereld
Afgelopen week lieten we Jacques Steenkamp, voorganger van de Maranathakerk in Lunteren, ons kerkje zien. Hij kende het niet en maakte graag tijd vrij.
Het doet goed elkaar in alle openheid te ontmoeten op de plek die voor ons zoveel betekent.
Via de symboliek van het kunstwerk met de kaars aan de muur kwam het gesprek op het toeval. Jacques, afkomstig uit Zuid Afrika, vertelde over het woord “toevallig”.
In het Afrikaans dezelfde betekenis als in het Nederlands. Maar ook als “toe val lig”. Het valt je toe en het licht valt erop. Komt tevoor-schijn zo we willen. De kaars was aan. De gesprekken waren mooi. Herkenning en erkenning van elkaar. Bij de koffie met kerstkransjes en een alsnog ontluikende amaryllis leek het een after-party van de kerst.
Werkend vanuit het licht dat ons toevalt. Ora et labora. Zoals Schiller zegt: Wat is het toeval anders dan de ruwe steen, die tot leven komt onder de hand van de beeldhouwer?
Mozart zou ooit tegen zijn vader gezegd hebben: “De kenners vinden mijn muziek mooi en weten waarom. Zij die mijn muziek niet kennen zullen het ook mooi vinden en weten niet waarom”. In een bespiegeling hierover zegt de violist Johannes Leertouwer: “Hoe meer je weet, hoe meer je je erover verbaast, hoe groter de verwondering. Je ziel wordt erdoor gemasseerd”. Wat weten we? Hoe meer we weten hoe groter de vragen. En dat is goed. Die kunnen we elkaar stellen met een volgende vraag als enig mogelijke antwoord. Dan kan iets of iemand je zomaar toevallen. Zijn er kerstkransjes in januari en bloeit de amaryllis uitbundig. Waar ook ter wereld is ons aller groot verlangen.
Dichter bij onszelf dan wij
zingt in een boom de nachtegaal
en gaat met al ons weten
verder dan wij weten aan de haal
hij zingt voor ons, voor jou, voor mij
tot één plus één haast vier is
en voor zijn eigen lief zingt hij
tot waar ook ter wereld hier is.
Herman de Coninck
Wilna Zonneveld