Vrijzinnig geloven is een vragende manier van geloven
Columns
Gelukt
Het Lukt
Het duwt de derailleur de ketting
roept ratelend mijn naam
Het hoopt het hoofd het hoopt niet eens
het denkt nog net genoeg: blijf gaan
Ze voelen de benen ze moeten zo meteen
nee nu nog even meer dan goed is geven
Het stroomt het zweet het zout het plakt
het prikt het maakt de schakels glad
Het stuurt het stuur het houdt de renner
wel gebogen maar ik buig niet
Het ligt de weg het ligt het ligt er maar te liggen
strekt zich uit alsof het uitstelt mij te missen
Het wiel het achterste het volgt het voorste
tot de trappers scheel zien zo dichtbij
De finishlijn
Het grijnst het goud het grijpt de hand het
hangt de hals het lacht het weet ik leef ik blijf.
Zo schreef Ellen van de Kolk, de huidige stadsdichter van Wageningen.
Ellen kreeg de opdracht ter ere van de huldiging van Annemiek van Vleuten een gedicht te maken.
——————-
Het is een eenzame strijd zo op je fiets met de mantra “blijf gaan”.
Gaan in het hoogste verzet, op de ratelende klank van je naam.
Wanneer geef je nog even meer dan goed is?
Hebben je benen weet van tot waar het genoeg is?
Het stuur heeft een grotere boog dan de renster buigt.
Onder de tijdrithelm ontsnapt het haar. Wappert ongebonden.
Trappen, een verbeten blik omlaag.
Het klopt tot waar de weg je kan missen.
In de elleboog een breuk. Op één lijn met de pijn.
Nog gebogen met Leonard Cohen voor ogen:
“there’s a crack in everything, that’s how the light gets in”.
Voort! Voort! Finishing.
Eenzaam is die strijd.
De wielen draaien door de transpiratie op de inspiratie.
Het licht kiert.
De hand grijpt helemaal alleen het goud.
De mooiste lach is die waarin de vreugde van het publiek weerspiegelt.
Daar gebeurt wat de stadsdichter Cees van Weerd uit Amersfoort schreef:
Wat open jij voor mij als ik voor jou dicht?
Dan weet je: HET GELUK (T).
Wilna Zonneveld